Teaming maakt het verschil: zo pakken de beste wielerploegen het aan

Teaming maakt het verschil: zo pakken de World Tour ploegen het aan

23 teams melden zich aan de startlijn van de Tour de France. Allemaal met hun eigen verwachtingen en strategische plannen. Een tourploeg bestaat uit 8 renners, en die kunnen zo ook hun eigen wensen hebben. Waarom voor het teambelang gaan als je zelf een kans ziet? Hoe zorgen ploegen ervoor dat die 8 renners goed samenwerken? We spraken met de Grote Twee van het Nederlandse wielrennen, Team Jumbo-Visma en Team DSM, en onderzochten hoe zij van eenlingen een team maken.

Patrick Davidson & Martijn Veltkamp (eerder verschenen in de Zomerspecial 2021 van Ride Magazine)

Wielrennen is een interessante sport als het gaat om samenwerken. Enerzijds draait het om individuele belangen – een eenling wint de wedstrijd – maar tegelijkertijd is het een teamsport en kan de kopman niet winnen zonder zijn team. Geen winnaar zonder waterdrager. Maar hoe maak je van een groepje ego’s eigenlijk een team? Juist in het wielrennen lijkt dit lastig. Een groep goede renners maakt immers nog niet meteen een goede Tourploeg.

In het verleden, in de tijd van bijvoorbeeld Joop Zoetemelk, kwamen renners elkaar regelmatig tegen en reden ze dezelfde wedstrijden. ‘Het is nu wel anders dan toen,’ vertelde Zoetemelk ons ooit. ‘Destijds reden we veel wedstrijden als training. Trainen was meer uitrijden, de benen los fietsen. Nu gaan ze op trainingskamp en is het trainen buiten de wedstrijden buiten de wedstrijden veel belangrijker.’

Tegenwoordig is de wedstrijdkalender veel groter geworden, en dus rijden renners verschillende wedstrijden. Trainen is een belangrijk onderdeel van de sport, maar dat doen de renners vaak niet als team, maar alleen of in kleine groepjes. Bovendien is de sport globaler geworden. ‘We zijn een internationale ploeg,’ vertelt Addy Engels, ploegleider bij Jumbo-Visma, bijvoorbeeld. ‘De renners wonen vaak overal en we koersen ook overal. De renners zien elkaar vaak pas voor het eerst bij aankomst daags voor de wedstrijd. Bij een grote ronde, zoals de Tour de France, is dat nog wel anders. Dan ga je soms wel op hoogtestage met de renners die de ploeg vertegenwoordigen. Of je rijdt een andere kleinere wedstrijd als voorbereiding.’

Het is dus een enorme uitdaging om renners samen te laten werken terwijl ze van over de hele wereld komen en weinig in dezelfde teambezetting samen zijn. Een paar dagen voor de start van de Tour komen ze samen, en moeten ze direct op topniveau als een hecht team presteren. Iwan Spekenbrink, CEO van Team DSM, vat de uitdaging kernachtig samen. ‘Uit onze groep van 25 renners sturen we er acht naar een wedstrijd. Daar vormen ze samen met hun begeleiders tijdelijk een team. De context is deze wedstrijd en het doel varieert van een podium tot de zege. Ze moeten daarbij kunnen bouwen op elkaar.’

Maar hoe dan? Hoe proberen de Nederlandse UCI World Tour ploegen Team DSM (ok, onder Duitse licentie, maar opererend vanuit het oosten van ons land) en Team Jumbo-Visma van hun Tourploeg een samenwerkend geheel te maken?

Teaming: on-the-spot top presteren

De situatie waar het wielrennen al jarenlang mee te maken heeft, is in de buitenwereld ook steeds meer van toepassing. Kijk naar hoe we werken. Inmiddels werken de meeste mensen, naar schatting zo’n 75 tot 80%, in teamverband. Soms noemen we het afdeling, dan weer projectteam of virtueel team. Grenzen vervagen daarbij. Soms zie je elkaar helemaal niet meer fysiek en steeds vaker kent een project per fase weer een andere personele bezetting. Wat je als groep moet beheersen op dat moment, is om al doende en onder hoge druk toch meteen goed samen te kunnen werken. Ook als je elkaar niet goed kent. In de psychologie wordt dit ‘Teaming’ genoemd. Aangezien de wielerwereld al veel langer dan het bedrijfsleven met dit principe bekend is, is het dus interessant om te zien hoe zij dit aanpakken.

Wat opvalt is dat bij zowel Team Jumbo-Visma als bij Team DSM de basis van goede samenwerking binnen een koers niet kort voor de start van de koers ligt, wanneer de renners elkaar ontmoetten, maar veel en veel eerder. Samenwerken doe je doordat je je verbonden voelt. En hoe voel je je verbonden? Doordat je met zijn allen dezelfde visie hebt en dezelfde doelen nastreeft. Eén voor allen, allen voor één.

Iwan Spekenbrink over het succes van Team DSM - teaming

Iwan Spekenbrink over het succes van Team DSM –  (c) Team DSM

‘In onze visie begint succes altijd met het bepalen wat je wil bereiken,’ vertelt de gedreven en bevlogen Markeloër Iwan Spekenbrink bijvoorbeeld over de aanpak bij Team DSM. ‘Welke prestatie je wil neerzetten? Vanuit die ambitie verzamel je heel gericht mensen die hetzelfde doel nastreven. Daarbij is het zaak om ieders kwaliteiten te kunnen benutten en continu stappen voorwaarts te maken. Daarbij weten we dat je in onze sport bijna geen grip kunt krijgen op een peloton met 176 concurrerende renners’.  Spekenbrink zoekt de oplossing dan ook niet in het nastreven van grip maar in samenwerking en vertrouwen. ‘Samenwerking van onze 8 man in de koers, geholpen door de rest van Team DSM. Daar zijn we continu mee bezig, dat kunnen we namelijk wèl beïnvloeden.’

Addy Engels, zelf oud-Rabobank renner en inmiddels ruim vijf jaar ploegleider bij Team Jumbo-Visma, vertelt iets vergelijkbaars. ‘In de aanloop moet het gebeuren. Dat is het moment waarop je met de renners bespreekt vanuit welke ambitie we een koers in gaan. Die ambitie vertalen we naar doelen en prestaties. Je bespreekt dan ook met iedereen wat hij bijdraagt aan het realiseren van die doelen. Je wil dat die doelen gaan leven en dat renners echt betrokken raken.’

Het team waarover beide ploegen spreken is daarbij veel groter dan de 8 renners die het gelegenheidsteam voor de koers vormen. ‘Voor elke renner zijn er wel 7 tot 10 specialisten in huis,’ vertelt Spekenbrink daarover. ‘En dat zie ik binnen tien jaar zelfs groeien tot 15 specialisten per renner. Dat betekent ook dat een renner en de specialisten nog beter zullen moeten worden in samenwerken.’

De aanpak van Team Jumbo-Visma

De basis voor de eenheid die er nu is binnen Team Jumbo-Visma is al veel eerder gelegd onder invloed van sports director Merijn Zeeman. ‘In 2015 draaide het helemaal niet meer. De energie die er nog was, was negatief van aard. We hebben toen besproken wat er niet goed ging en hoe we het beter konden doen. De winst zat hem in eerste instantie in de manier waarop de nieuwe visie tot stand kwam. Iedereen werd betrokken bij de toekomst,’ licht Engels toe. Om in iedere koers een hechte ploeg aan de start te krijgen is binnen Jumbo-Visma deze visie cruciaal, maar hoe is deze dan ontstaan?

‘Het begint met de vraag “waar doen we het allemaal voor?” vertelt Engels.  ‘De grote kanteling in ons denken zat erin dat we vanaf dat moment de prestaties centraal stelden. Die prestaties waren nodig om onze doelen te realiseren. Het stellen van nieuwe doelen gaf ons positieve energie. Het zorgde ervoor dat we continu in gesprek bleven met elkaar, altijd op zoek naar verbetering. Om te presteren is het noodzakelijk om transparant te zijn. Dat betekent ook dat iedereen leert om feedback te kunnen geven en te ontvangen.’

JUMBO-VISMA Addy Engels - Talent - betterday.nl

Addy Engels (Jumbo-Visma over teaming) –  (c) Team Jumbo-Visma

Het gevolg van de visie uit 2015 (‘de blanco koers’) is tot op de dag van vandaag overal terug te zien. Letterlijk. Zo hangen de 10 kernpunten van de visie ook nu nog prominent in de teambus tijdens wedstrijden. ‘Werken vanuit visie helpt op zoveel vlakken. Neem nu nieuwkomers. Zij weten meteen waar ze aan toe zijn als ze hier komen. En iedereen kan hen uitleggen hoe we werken. Maar ook wat we verlangen van hen. Zo moet iedereen eraan bijdragen dat de gehele organisatie gele trui-waardig blijft, zoals Merijn Zeeman dat noemt. Voeding, training, materialen, het gebruik van data, echt op alle vlakken wordt continu voortgang geboekt en zoeken we actief naar verbetering. Het zijn de recepten voor een cultuur waarin prestaties en continue ontwikkeling hand in hand gaan. Inmiddels draaien we mee in de top.’

In de voorbereiding wordt dus veel gedaan om in de wedstrijd zelf met de 8 renners van dat moment een team te vormen. Maar wat gebeurt er tijdens de koers zelf. Hoe kun je nog bijsturen tijdens de Tour? De renners leveren hun topprestaties tijdens de etappes, maar de begeleidende staf juist tússen de etappes, zo wordt duidelijk. ‘Aangekomen in het hotel, ga ik meteen aan de slag,’ vertelt Engels over de rol van ploegleider. Dan ga ik de hotelkamers af langs de renners. Voor je het weet ben je een half uur verder dan. Dat is belangrijk omdat je dan voelt of iemand er goed in zit. En naast coach ben ik ook degene die het overall plan moet bewaken.’

Teaming - de nieuwe realiteit van samenwerken - Patrick Davidson & Hans van der Loo

In het nieuwe boek over teaming lees je hoe sportteams het verschil maken dankzij teaming.

Een rondje langs de hotelkamers. Er zijn dus relatief weinig momenten om met elkaar in verbinding te komen, terwijl dat voor teaming wel belangrijk is. Is het dan niet mogelijk om meer van zulke momenten te creëren? Neem andere sporten, zoals de Formule 1. Het Red Bull-team van Max Verstappen en teamgenoten is bijvoorbeeld gewend om elkaar meteen al enkele minuten na de race feedback te geven en feedback van elkaar te ontvangen. Even heel snel en met elkaar kijken naar de essentie.

Is het niet wachten op de eerste wielerploeg die het anders aanpakt, en ook een debriefing zoals bij Red Bull Racing gaat toepassen? Engels: ‘Dat zouden we wel willen maar het is niet praktisch in onze sport. Natuurlijk is alles nog vers na de aankomst maar wielrenners zijn na de finish maar met 1 ding bezig: zo snel mogelijk naar de hotelkamer. Rust en massage. Voordat iedereen daarmee klaar is, ga je rond negen uur of half tien aan tafel. En daarna is het te laat om te debriefen. Dus nemen we het in de ochtend mee. Voordat we vooruitkijken, blikken we dan even terug.’

De aanpak van Team DSM

Team DSM: interview met Iwan Spekenbrink over teaming

Bij Team DSM begint succes met samenwerking –  (c) Team DSM

Bij Team DSM lijkt de aanpak meer nog dan bij veel andere teams directer op samenwerking gericht te zijn. ‘In veel organisaties is samenwerking een soort sluitpost,’ observeert Spekenbrink. ‘Wij draaien dat helemaal om. Bij ons begint het met samenwerking omdat we anders onze doelen niet zullen halen. Daarom maken wij van samenwerken zelfs een prestatie indicator. In de professionele wielersport zijn onderwerpen als hoogtestages en voeding al lang geaccepteerd. Iedereen weet dat het je helpt om beter te presteren. Wij kijken echter op precies dezelfde manier naar samenwerken als energiebron.’

Hiermee raakt hij aan één van de kernpunten van teamwork die we ook in andere vakgebieden terug zien komen. Een ècht team kan meer dan de individuen alleen. Spekenbrink legt uit waarom het binnen hun ploeg werkt om op samenwerking te sturen. ‘Als we dat beheersen, dan zijn we echt continu bezig met beter worden. En niet met brandjes blussen of autoriteitskwesties. Je wil alle energie richten op de prestaties en geen energie verliezen aan gedoe. Dus verlangen wij van onze mensen dat ze leren om zichzelf en anderen te helpen, én om geholpen te worden. Een renner of renster werkt immers bij ons samen met meerdere soorten specialisten die hem of haar helpen om beter te presteren. En daarbij is teamen een skill die we, veel bewuster dan voorheen, ontwikkelen.’

Wanneer we Spekenbrink vragen naar de volgende stap op zoek naar prestatieverbetering, komt hij opnieuw terug op dit thema. ‘We willen verder bouwen aan onze cultuur van samenwerken. Presteren is iets van iedereen. We zullen meer en meer verschillende disciplines aan boord krijgen. Iedereen kan iets bijdragen aan de volgende prestatieverbetering. Daarbij hoort ook fouten maken. Een moderne wielerploeg kun je zien als een open systeem. Vanuit de kern komen er mensen bij en haken mensen af. Dat geldt voor renners maar ook voor specialisten uit de supportstaf. Voor iedereen geldt dat helder moet zijn hoe hij of zij kan bijdragen aan de prestaties (‘harder fietsen’) waarmee we onze doelen willen realiseren.’

Take-outs: Hoe bouw je on-the-spot een team?

Op 26 juni 2021 maken de renners zich op voor hun 1e rit in lijn van deze Tour. In de 187 kilometer die ze van Brest naar Landerneau voert, moeten de teams er meteen staan. Kans op waaiers en een finish heuvelop zetten alles direct op scherp. Wat zijn gebaseerd op onze gesprekken dan de belangrijkste manieren waarop een ploeg als een team aan de start staat?

Red Bull Racing, Christian Horner, Max Verstappen, Teamwork, Formula 1 1 Dutch Grand Prix, Zandvoort, Tarzanbocht,

Red Bull Racing (c) Saskia Neijsen

Vooral: het begint met een heldere visie. De twee vragen die daarbij helpen zijn wát je wilt presteren en hóé je die prestatie denkt te leveren? Zo’n uitdagende visie kan als magneet werken en de beste renners aantrekken, zo merkte Jumbo-Visma. Bij Team DSM zetten ze vol in op samenwerking als dé manier om te presteren. Zij zien samenwerken als een van de belangrijkste vaardigheden voor elk teamlid. De combinatie van renner, ploegleider, trainer en specialist (data, voeding, aerodynamica, materialen) buiten koers moet zorgen voor een voordeel ín de koers. Bij Jumbo-Visma werkt dat niet anders.

De rol van ploegleider binnen het team is met name om de omgeving in detail te verkennen. Het draait om 1 vraag: ‘In welke context moeten we die prestaties leveren? Vervolgens kijkt de ploegleider waar kansen liggen voor de kwaliteiten van de eigen renners en hoe je daar als team op kunt inspelen. Tijdens koers verloopt het vaak anders en maar door continu alert te zijn kan dat juist onverwachte kansen bieden.

Naast visie en begrip van de context draait het om de mindset waarmee je als team een koers ingaat. Zowel presteren als leren zijn belangrijk. In beide teams hoorden we het credo ‘Vandaag leren is de basis voor morgen presteren’ voorbijkomen. En ‘collectief leren door te doen’. Dat betekent open staan voor elkaars mening en samen zoeken naar die ene procent winst op weg naar het einddoel. Bij elke discussie ga je terug naar de essentie: hoe maken we hiermee het verschil? Dit betekent dat renners erop moeten vertrouwen (zie kader) dat andere teamleden echt bijdragen aan hun etappewinst of podium. Uitdagen en uitgedaagd worden. En zo maak je van een groep goede renners een ijzersterke Tourploeg.

 

Leren van momenten: Giro 2020

Veel liefhebbers zullen de beelden helder op het netvlies staan van toenmalig Team Sunweb-renner en rozetruidrager Wilco Kelderman die in de vorige Giro d’Italia in zijn eentje achter Ineos-renner Hart aanrijdt. Hindley, ploeggenoot van Kelderman, wachtte niet op onze landgenoot, maar bleef bij Hart. Velen keken vol onbegrip toe hoe ook de ploegleiderswagen Kelderman alleen liet en koers zette richting Hindley.

Hoe zit dat dan precies als het gaat over samenwerken als team? ‘Ik sta nog steeds achter die keuze om Hindley te laten gaan,’ vertelt Spekenbrink. ‘Wij hadden vooraf een plan gemaakt waarmee we het podium wilden halen. We zagen ook dat de prestaties en vorm van Kelderman in die ronde een neerwaartse lijn vertoonden. Dat was zowel op basis van data als onze eigen indrukken tijdens de koers. Wij wilden niet op één paard wedden. Barcelona gaat ook geen wedstrijd spelen met de gedachte dat de rechtshalf moet scoren. En uiteindelijk leverde het ons twee podiumplekken op. Hindley werd 2e en Kelderman eindigde als 3e.’

Zowel Team Jumbo-Visma als Team DSM geven aan dat er tijdens wedstrijden relatief weinig bij te sturen valt, en dat het dus extra belangrijk is om vooraf werk te doen, maar ook achteraf te leren van sleutelmomenten uit de koers. Iwan Spekenbrink deelt ons hun inzichten die ze uit het sleutelmoment van de Giro uit 2020 hebben gehaald. ’Op de rustige momenten evalueren we dit soort situaties heel goed. Misschien hadden we beter kunnen omgaan met de situatie waarin Wilco terechtkwam, maar we probeerden positieve energie te houden. Ook op het moment dat iemand lost.

Wij zagen dat Wilco zich in die slotweek ging bezig houden met zaken die hij tijdens de wedstrijd aan anderen kan en moet overlaten omdat die al eerder samen goed waren doorgesproken en afgestemd. Daar verloor hij veel energie aan zaken die hij niet kan beïnvloeden en eigenlijk op dat moment ook niet meer moet willen beïnvloeden omdat hij al zijn energie, rust en inspiratie nodig heeft voor de beslissende momenten in de wedstrijd zelf. Zeker in zo’n slopende, zware wedstrijd als een drieweekse Grand Tour.

Het is aan ons als team om dat een volgende keer te voorkomen. Daarom herhaal ik vaak: samenwerken is ook elkaars rol, beslissingen en fouten respecteren. Tijdens een wedstrijd moet de renner zich wat betreft de overige en omringende zaken kunnen overgeven aan de betreffende collega’s en het plan dat hij of zij samen met hen in de voorbereiding intensief heeft doorgenomen. En zo zoveel mogelijk energie beschikbaar houden voor datgene waarmee hij of zij daadwerkelijk het verschil kan maken: alert zijn en vooral hard trappen.’

 

Lees ook de andere interviews uit deze serie

Voor onze boekprojecten (eerstvolgende boek: Teaming, voorjaar 2022) en klanttrajecten interviewen wij regelmatig vernieuwende denkers uit wetenschap, bedrijfsleven en topsport. Die interviews en artikelen kun je lezen op Management Impact, Managementboek, Sprout en ook op deze site.

Ton Boot, Sportcoach van de Eeuw (basketbal): de cultuur van de goede gewoonte

Willem Weijs (voetbal, Willem II): chaos omarmen om beter te worden

Marijn Beuker (voetbal, AZ): winnen kun je leren

Addy Engels (Team Jumbo-Visma): “Jumbo-Visma is een magneet dit talent aantrekt”

Damian Hughes (rugby, Schotse Rugbybond): de coach heeft niet langer alle antwoorden paraat

Judobondscoach Maarten Arens: “het draait niet om de coach”

Red Bull Racing: “Goede mensen bouwen goede teams die snelle auto’s maken”

Robert Doornbos (ex-Formule 1-coureur Red Bull Racing en Minardi): “Formule 1 is een extreme teamsport”

Jeff Sutherland (bedenker van Scrum), over de impact van teams.

Matthew Syed, auteur van het Managementboek van het Jaar 2020 in Engeland, hoe diversiteit collectieve intelligentie vergroot.

Erin Meyer, professor aan INSEAD, waarom Netflix zo succesvol is.

Guido Stompff, lector Design Thinking, legt uit hoe design thinking ons verder kan helpen in onzekere tijden.

Herminia Ibarra, London Business School, legt uit dat de rol van een coach en leider nu vooral is om energie te ontketenen.

Marijke Lingsma, de grand old lady van coaching, legt uit waarom teamcoaching zo uitdagend is.

Nog meer interviews lezen?

Interview met Ton Boot - Voorkom de crisis!

Interview met Ton Boot

High performance coaching | Interview met Damian Hughes

Interview met Damian Hughes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marijn Beuker over de visie van AZ

Marijn Beuker over de visie van AZ

Willem Weijs - Chaos omarmen om beter te worden

Willem Weijs – Chaos omarmen om beter te worden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Red Bull Racing, Christian Horner, Max Verstappen, Teamwork, Formula 1 1 Dutch Grand Prix, Zandvoort, Tarzanbocht,

Red Bull Racing: teaming op grote schaal en onder hoge druk

Robert Doornbos - Formule 1 is een extreme teamsport - Red Bull Racing - Teaming

Robert Doornbos – Formule 1 is een extreme teamsport – Red Bull Racing

Recommended Posts