“Het gaat niet om de coach” Interview met Maarten Arens

“Het gaat niet om de coach” | Interview met Maarten Arens

De corona-crisis pakt voor de een nog net iets drastischer uit dan de ander. De zomer van 2020 had voor de Olympische sporters de bekroning van vier jaar gericht trainen moeten worden. Uitstel van de Spelen, voorlopig naar zomer 2021, zorgde ervoor dat de plannen van het Olympische team de prullenbak in konden. Ons interview met Hoofdcoach Maarten Arens van de Olympische judoploeg werd logischerwijs verschoven en omgezet in een telefoongesprek. We vroegen Arens naar de manier waarop hij als coach zijn sporters helpt om zich te ontwikkelen én om hun ambities waar te maken.

Wat is voor jou de essentie van coaching?

“Het principe van coaching is natuurlijk niet ingewikkeld. Er zijn meerdere manieren, maar het komt allemaal op hetzelfde neer: judoka’s ontwikkelen, beter maken, zodat ze hun doelen halen. En het doel in topsport is: de allerbeste zijn. De sporter is het allerbelangrijkst, hij moet het doen, en daar moet dan ook alle aandacht naar toe gaan. De coach is een onderdeel van dat proces, en als coach ben je belangrijk in dat proces, maar het gaat niet om de coach. Tussen judoka en coach moet je goede energie voelen.”

Welke rol speelt energie precies in jouw coaching?

“Judo is een en al energie. Niet alleen fysiek maar ook mentaal. Het gaat erom dat je heel gericht je energie inzet. Dat betekent je kracht en techniek zo inzetten dat je je eigen sterktes benut en die van je tegenstander ongedaan maakt zodat je de wedstrijd wint. En ook dat je je energie niet verspilt aan zaken waar je geen invloed op hebt of aan bijzaken.”

“Geen energie verspillen aan bijzaken”

Neem ons eens mee in jouw manier om mensen voorwaarts te helpen

Maarten Arens - Interview: "Het gaat niet om de coach"

Maarten Arens – Interview: “Het gaat niet om de coach”

“Dat begint ermee om een goed beeld te krijgen wat de sporter, in mijn geval een judoka, wil bereiken. Die ambitie en de absolute wil om die te realiseren is mijn vertrekpunt. Mijn rol is dan om de judoka te helpen om zichzelf te ontwikkelen. Daarbij spelen leren, ontwikkelen en presteren een grote rol.

Met elke judoka kijken we hoe hij of zij succesvol kan zijn. We bekijken zijn sterke punten en tegelijkertijd leggen we dat langs de benchmark voor succes. Dan zien we ook wat er nog moet verbeteren om prijzen te winnen. En soms besluit je samen om naar een andere gewichtsklasse over te stappen omdat je meer kans hebt op succes.

We spreken dan samen doelstellingen af. Zowel resultaatgericht (wat wil ik bereiken?) als procesgericht (hoe kom ik daar?). Onderweg naar die bestemming evalueren we regelmatig en sturen we bij waar nodig.

Als coach merk je gauw genoeg of iemand echt wil winnen

Als coach merk je gauw genoeg of iemand echt wil winnen. Winnen betekent dat je je pijn kunt lijden. Het fenomeen trainingskampioenen – iemand die op de trainingen zichzelf overtreft maar dat in wedstrijden niet herhaalt – bestaat echt.

Judo is een bijzondere sport want je traint weliswaar samen met andere judoka’s maar op de mat ben je helemaal alleen. Toch heeft een judoka zijn trainingsmaatjes nodig om zich goed voor te bereiden. Dat betekent dat hij ook als individuele sporter toch rekening moet houden met anderen.

“Ook een judoka heeft behoefte aan een groep om zich heen”

En als coach wil je in de trainingen de juiste spanning opbouwen dus daarom is een groep heel belangrijk voor individuele successen. Trainingen zijn zoals bij elke sport heel belangrijk. Een judowedstrijd duurt vier minuten dus je moet in heel korte tijd oogsten waar je aan gewerkt hebt in de training.”

Hoe coach jij tijdens een wedstrijd?

“Dat is elf jaar geleden enorm veranderd. Als judoka heb je tijdens de wedstrijd weliswaar je coach bij je maar sinds 2009 mag de coach niet meer gedurende de hele match coachen. Als coach mag je tegenwoordig alleen tijdens een onderbreking (maté) iets zeggen. Vroeger was je invloed als coach aan de rand van de mat dus groter. Je had ook meer controle want je kon de hele wedstrijd door aanwijzingen geven.

“Als judocoach mag ik alleen tijdens een onderbreking iets zeggen”

Daarom is het nu nog crucialer om een goede voorbereiding te doen. Want in die paar seconden dat je in die onderbreking iets kunt zeggen, dan moet je de judoka snel zien te raken. En dat doe je door te refereren aan de afspraken die je vooraf hebt gemaakt. Vooraf neem je dus zoveel mogelijk alle scenario’s doorn. Zelfs mogelijke “dubieuze beslissingen” van scheidsrechters nemen we daarin mee.

Tijdens de onderbrekingen (mate) kun je dan 1 á 2 positieve dingen zeggen waarmee je een judoka voorwaarts duwt. Je moet de judoka dan snel weten te raken. Het heeft geen zin om terug te kijken wat er fout ging, het gaat erom de juiste dingen te zeggen waardoor de kans op winst zo groot mogelijk wordt. Dus ik moet kort, snel en duidelijk verwijzen naar iets dat vooraf is besproken. Dan trigger je als coach iets in het brein. Het kan ook dat je als coach de wedstrijd aanvoelt en een inzicht krijgt.”

DE MENTALE KANT VAN JUDO 

Bij judo gebruik je al je spieren dus het is logisch dat judo fysiek goed voor je is. Maar ook mentaal. Zo ontwikkel je onder meer je zelfbeheersing (omgaan met agressie), zelfvertrouwen (tegenslag zelf leren overwinnen) en respect voor anderen (geen pijn doen maar wel winnen). Van oorsprong Judo een Japanse zelfverdedigingskunst die rond 1882 door Jigoro Kano (1860-1932) is ontworpen. Letterlijk betekent Judo ‘de zachte weg’. ‘Ju’ betekent meegevend of zacht.  En ‘do’ betekent pad of weg. Kano bedacht het doordat hij gepest werd en een andere sport Jiu Jitsu te zwaar vond. (Bron: www.judo-info.nl)

Hoe coach jij in aanloop naar de wedstrijd?

De voorbereiding op een wedstrijd kent logischerwijs vaste patronen. De beginvraag is elke keer: wat is er nodig om succesvol te zijn in deze wedstrijd? We maken een analyse van de sterke punten van onze judoka en tegelijkertijd kijken we waar de kansen liggen tegen deze tegenstander. Daarbij maken we vaak gebruik van videobeelden. Dan zie je letterlijk waar de kansen liggen.

Zelf heb ik een goed judogeheugen maar ik kijk veel wedstrijden van onze judoka’s terug om dat te versterken. Spelers doen dat ook, met name beelden van eerdere successen Op die manier zorg je ervoor dat een judoka niet alleen wil winnen maar ook een gevoel krijgt dat het kan.”

“Letterlijk zien waar de kansen liggen dankzij videobeelden”

Vooraf neem je alles door. Wat de judoka zelf doet, waar hij goed in is, wat deze tegenstander anders maakt. Is hij linkshandig? Is hij vooral technisch of juist sterk? Het rare is: je plant eigenlijk alles maar judo is nooit hetzelfde!

In judo speelt de arbitrage bovendien een grote rol. Soms zijn de details zo klein dat je niet altijd kunt inschatten wat de scheids beslist. En zelfs dat neem je vooraf door. Zeker als ik vooraf het gevoel krijg dat er iets raars kan gebeuren. Dan zeggen we ‘als dit gebeurt, dan doen we dat’. Zelfs een situatie waarin de scheids het in onze ogen verkeerd doet, moet je vooraf doornemen. De knop moet meteen om want de wedstrijd is voorbij voor je het weet. Geen tijd om te jammeren. Het is al gebeurd en je kunt het niet beïnvloeden. Focus op je eigen gedrag. Focus op jezelf, dat is het enige waar je invloed op hebt. Je bent voorbereid, alle scenario’s zijn doorgenomen. Doe wat je moet doen om te winnen. Als coach zorg je dat ze ervan overtuigd zijn dat ze de beste zijn.

Flexibel zijn en veerkracht tonen is net zo normaal als ademhalen voor een judoka. Iedere judoka heeft zij eigen patronen/maniertjes voordat ze de mat opstappen, dat weet je als coach, en je weer precies wat je wel en niet kan zeggen en doen. Je komt er als coach snel achter dat er geen sporter hetzelfde is, en dat er meer wegen naar Rome leiden.”

WIE IS MAARTEN ARENS?

Arens werd zelf Europees kampioen judo in 1995, won vier nationale titels en deed mee aan de Olympische Spelen in 2000. Naast zijn topsportcarrière heeft Arens zijn HEAO bedrijfseconomie studie afgerond. Na een korte uitstap naar de Fortisbank koos Arens eind 2001 voor een functie als junioren bondscoach en coördinator talentontwikkeling bij de Judobond Nederland.

Na drie jaar in deze functie werd hij in 2004 Heren bondscoach. Zijn pupillen (onder meer Ruben Houkes, Henk Grol, Dex Elmont en Guillaume Elmont) behaalden Europese en wereldtitels en Olympische medailles.

Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in coaching volgens jou?

“Als ik kijk hoe ik nu als bondscoach kan werken dan is er veel veranderd de laatste tien jaar. Alles is veel professioneler geworden. Zo heb ik tegenwoordig een begeleidingsteam van specialisten, zoals bewegingswetenschappers, voedingsdeskundige en fulltime krachttrainers tot mijn beschikking. In die context, buiten de mat, is mijn rol meer die van manager. Dat hoort erbij en ik weet dat dit voor mijn judoka’s enorm belangrijk is.

Maar een rol als manager is niet per sé waar je voor kiest. Het is wat ik erbij doe om als coach het verschil te kunnen maken voor en met mijn judoka’s. Want daar krijg ik energie van.

Het coachen zelf verandert ook continu. Ik denk dat we hier in Nederland heel professioneel werken. NOC*NSF helpt ons om heel gericht te werken aan onze doelen. Op Papendal krijg je als coach volop kansen om jezelf te ontwikkelen. We hebben mastercoach-opleidingen, Nationale coachplatformen etc. En ik vind de intervisie die we op Papendal doen met coaches uit verschillende sporten heel nuttig.

“Intervisie met coaches uit andere sporten is heel nuttig”

Je leert van elkaar (over mindset en mentale weerbaarheid) en helpt elkaar. En je ontdekt dat er in onze aanpakken een rode draad is die tot succes kan leiden. De manier van denken bij alle coaches is: wat is er nodig om succesvol te zijn? En wat kan ik daaraan bijdragen?

Daarnaast heb ik als coach veel geleerd van andere succesvolle coaches van andere judolanden. Je ziet dat coach en sporter, zeker in ons land, tegenwoordig steeds meer gelijkwaardig zijn aan elkaar. Dat was vroeger in Nederland anders. Maar ook andere landen, zoals Japan en Rusland, zie je terugkomen van de oude werkwijze waarin alleen de coach vertelt wat er moet gebeuren.

“Ik geloof niet in het conflictmodel”

Zelf geloof ik simpelweg niet in het conflictmodel. Judo is gewoon het mooiste spelletje om te doen. Het kan niet negatief zijn, je hebt geen negatieve drijfveer nodig om te presteren. Ook de weg naar succes is grotendeels fantastisch. Ik hoor sporters en ook coaches zo vaak zeggen ‘je moet er zoveel voor laten’. ONZIN! Topsport is een privilege. Het is niet voor iedereen weggelegd. Je doet het omdat je graag op de mat wil staan, en omdat je je wilt onderscheiden en meten met de besten. En zelf de beste willen zijn.

“Topsport is een privilege”

ENERGIE IS DE SLEUTEL BIJ JUDO 

Als we kijken naar de filosofie achter judo dan zien we dat energie enorm belangrijk is.

“Het juiste ding doen op het juiste moment”

Dit noemde Jigoro Kano Seiryoku Zenyo. Dat staat voor minimale inzet in combinatie met maximale effectiviteit. Alles wat een persoon doet, moet met optimale inzet van lichamelijke en geestelijke energie gebeuren. Men leert in het judo de kracht van de opponent te gebruiken om deze ten val te brengen. Allereerst gaat het er dus om dat je bewust omgaat met je energie en deze omzet in het gedrag waarmee je je zelfgekozen prestatie kunt realiseren.”

“Als men geen tegenstander heeft, kan men de sport ook niet leren”

Het tweede begrip waar Kano mee kwam is Jita Kyoei.  Daarmee bedoelt hij wederzijds welbevinden en profijt. Spelers dienen respect voor zichzelf en anderen te hebben. Tijdens het beoefenen van judo leren spelers samen te werken om zo alle vaardigheden eigen te maken. Men werpt en wordt geworpen. Ook in andere gebieden van het leven is deze opvatting van samenwerkend leren geldig.

Bron: www.judo-info.nl

Over ons volgende boek ‘Teaming’

In ons volgende boek Teaming beschrijven we de nieuwste inzichten over (en praktijken van) succesvol samenwerken in teamverband. In eigentijdse organisaties is het een en al teamwerk dat de klok slaat. We zoomen in op het belang van werken in teamverband en de bijbehorende dynamiek. Werken in teams lijkt zo vanzelfsprekend, dat we niet beter weten. Toch is werken in teamverband een betrekkelijk recent verschijnsel dat alleen maar belangrijker wordt. We duiken in nieuwe concepten als teaming (en reteaming) en team of teams en vertalen dit naar tools waar je zelf mee aan de slag kunt. En je leest natuurlijk de beste inzichten uit onze interviews met vernieuwende denkers en coaches.

We interviewden onder meer Jeff Sutherland (Scrum), Guido Stompff (Design Thinking), Rini van Solingen (Agile) en performance coaches uit topsport (Marijn Beuker van voetbalclub AZ, Addy Engels (ploegleider Jumbo-Visma)Armand Salomons van Feyenoord Basketbal, Damian Hughes van het Schotse Rugby Team, Marc Lammers, voormalig bondscoach van het Nederlands Dameshockeyteam e.v.a.). Verder interviewden we onder  meer de grand old lady van teamcoaching Marijke Lingsma e.v.a.. De interviews waren een belangrijke inspiratiebron voor ons volgende boek dat in voorjaar 2021 verschijnt.

Lees ook de andere interviews uit deze serie

Ton Boot (basketbal): de cultuur van de goede gewoonte

Willem Weijs (voetbal, Willem II): chaos omarmen om beter te worden

Marijn Beuker (voetbal, AZ): winnen kun je leren

Damian Hughes (rugby, Schotse Rugbybond): de coach heeft niet langer alle antwoorden paraat

Interview met Ton Boot - Voorkom de crisis!

Interview met Ton Boot

High performance coaching | Interview met Damian Hughes

Interview met Damian Hughes

Recommended Posts